Plagen

Bladluizen

Kleine insecten die zich, met stekende en zuigende monddelen, voeden met plantensappen. Bladluizen leven altijd op planten en zijn dikwijls groen van kleur, maar sommige soorten zijn wit, zwart, geel, rood of zelfs paars van kleur. De schade is het remmen van de groei, overdracht andere ziekten (virussen). De volgende soorten hebben vaak last van luizen: esdoorn, beuk, wilg, eik, kardinaalsmuts. 

Bestrijding:

  • natuurlijke vijanden sparen;
  • chemisch met een toegelaten middel.

Dop-, wol- en schildluis

Kleine insecten die zich, met stekende en zuigende monddelen, voeden met plantensappen.  De eitjes worden in de zomer afgezet onder een dop of schild en bij de wolluis zitten ze bedekt onder witte poederachtige waslaag. De schade is het remmen van de groei en de aantasting heeft vaak misvorming tot gevolg.  De bestrijding is extra moeilijk vanwege de natuurlijke bescherming van de plaag.

Bestrijding:

  • krap,bij geringe aantasting, de doppen/schildjes weg;
  • aantippen met spiritus;
  • spuiten met een toegestaan middel.

Rups

Rups is een larve van een vlinder. Alle vlinders leggen eieren die op verschillende plaatsen afgezet kunnen worden (knop, stam, schorsspleten, grond enz.). Uit deze eieren komen in het voorjaar de rupsen. Deze rupsen vreten plantendelen, vooral bladeren maar ook soms hout. De schade is het remmen van de groei, misvorming van knop/twijg/blad en een minder fraai beeld van de bonsai.

Bestrijding:

  • wegvangen;
  • spuiten met een toegestaan middel.

Taxuskever (gegroefde lapsnuitkever)

Taxuskever is een kever van van ongeveer 1 cm lang. De kever zet de eieren af in de grond. Uit deze eieren
komen geelwitte en pootloze larven met een bruine kop.
De schade van de kever is het knagen aan het blad, maar veel erger is de schade van de larven door opvreten van jonge wortels.

Bestrijding:

  • bij verpotten de larve verwijderen;
  • met parasitaire aaltjes - (Heterorhabditis sp.);
  • kevers wegvangen.

Galmijt

Galmijten zijn uiters kleine dieren van 0,08 - 0,3 mm. Vrijwel alle soorten overwinteren in knoppen. Sommige soorten veroorzaken knopgallen. Bij andere ontstaan er op de uitlopende bladeren of stengels gallen waarbinnen de de mijten aan het plantenweefsel zuigen. In sommige gallen kunnen vele honderden mijten voorkomen.
De schade is groeiremming en de vergroeiingen op blad of stengel waardoor er een minder fraai beeld ontstaat.

Bestrijding:

  • wegplukken van aangetaste delen.

 

Spintmijt

Zeer kleine spinachtige insecten van 0,1-0,5 mm (soms net nog te zien). Het schadebeeld bestaat uit het zien van kleine lichtgekleurde stipjes op de bovenzijde van het blad. Op den duur verkleurt het blad en kan afvallen. 
De schade is vooral groeiremming en zelf afsterven van de bonsai.

Voor afbeeldingen van verschillende plagen klik hier.

 Bestrijding:

  • chemisch met een toegestaan middel.
 

Biologische bestrijding

Biologische bestrijding is het bestrijden van ziekten en plagen met nuttige organismen (natuurlijke vijanden) en natuurlijke bestrijdingsmiddelen

  1. Introduceer de biologische bestrijders tijdig. Hoe eerder zij worden geïntroduceerd, des te minder materiaal is nodig en des te beter is het bestrijdend effect. Een aantal biologische bestrijders kan preventief worden toegepast.
  2. Volg de gebruiksvoorschriften nauwkeurig op. Zorg voor de juiste manier van toepassen, op het juiste tijdstip van de dag, de juiste tijd van het jaar en op de juiste plaats in het gewas.
  3. Let op de kwaliteit van het materiaal.
  4. Betrek het materiaal van een erkende producent, die garant staat voor de kwaliteit en kwantiteit van het materiaal.
  5. Hou de opgegeven bewaartemperatuur aan en let op de uiterste gebruiksdatum van het materiaal.
  6. Leg de kokers met predatoren en parasieten neer (in plaats van ze neer te zetten).
  7. Verdiep u in de levenswijze van de natuurlijke vijanden.
  8. Verbeter de werking van nuttige organismen door in en rond het gewas voorwaarden te creëren waaronder nuttige organismen goed gedijen.
  9. Maak zo mogelijk gebruik van lok-/kweekplanten (Datura, graanpollen, Ricinus). Deze trekken schadelijke insecten aan, terwijl predatoren en parasieten zich op deze planten goed ontwikkelen.
  10. Houd er rekening mee dat er met het snoeien ook nuttige organismen worden afgevoerd. Vul zonodig aan met nieuwe introducties van nuttige organismen.
  11. Natuurlijke bestrijdingsmiddelen zijn natuurlijke stoffen met een bestrijdend, beschermend effect, zoals plantenextracten en mineralen (Spruzit, Savona, zwavel etc.). Hou rekening met hun eventuele schadelijkheid voor nuttige organismen.
 

Chemische bestrijding

Chemische middelen kunnen gevaarlijk zijn voor de gezondheid en vaak worden ook de natuurlijke vijanden bestreden. Bij een chemische bestrijding altijd volgens de gebruiksaanwijzing het middel toepassen. Neem de aangegeven veiligheidmaatregelen in acht.

Tips voor een goede werking:

  1. spuit de gehele bonsai en dus ook de onderkant van de bladeren/naalden;
  2. meestal moet je een bespuiting herhalen (controleer de bonsais na enkele dagen);
  3. spuit op een droog gewas;
  4. zet na een bespuiting de boom op een beschutte plaats;
  5. wissel regelmatig van middel, anders kan er resistentie ontstaan.