Zaaien

Veel inheemse gewassen zijn door middel van zaaien te vermeerderen. Zaaien is een geslachtelijke vermeerdering; hierdoor zijn de nakomelingen niet altijd gelijk en er kunnen verschillen zijn in groeivorm, kleur of groeisnelheid.

Zelf zaden verzamelen en deze zaaien en opkweken is goed mogelijk. Er zijn wel een aantal zaken waaraan je moet denken, wil je succes hebben.

De meeste inheemse planten zullen na een aantal jaren bloeien en zaad gaan geven. Het zaad zal over het algemeen in de herfst rijp zijn (oktober). Zaad dat in de herfst rijp is, zal zonder een ingebouwde rem al snel kiemen. Zou dat in de herfst gebeuren, dan zouden de jonge plantjes in de winter door slechte omstandigheden niet overleven. De natuur heeft hiervoor een wapen ingebouwd. Dit noemen we kiemrust. Deze kiemrust of uitgestelde kieming kan/moet worden doorbroken om in het voorjaar met succes de zaden te laten ontkiemen. 

Kiemrust in de zaden kan zijn door:

  • een harde zaadhuid;
  • een koude periode nodig voor kieming;
  • een combinatie van beide.

Zaden met harde zaadhuid:

  • robinia

Zaden die een koude periode nodig hebben voor kieming:

  • appel, peer, beuk, els, esdoorn, kers, pruim, tamme kastanje, walnoot.

Zaden met harde zaadhuid en die een koude periode nodig hebben voor kieming:

  • kornoelje, dwergmispel, Spaanse aak, haagbeuk, meidoorn, roos, taxus, es, hulst.

Zaden verzamelen en drogen
Verzamel alleen zaden die in goede conditie zijn. Droog de zaden en bewaar ze koel.

Stratificeren
Afhankelijk van de soort kunnen we starten met het opheffen van de kiemrust. Dit wordt ook wel stratificeren of laagstapelen genoemd. Dit is de beste methode om zaden die kiemrust hebben, op te heffen.

Zaaien

Gebruik hiervoor een grote bloempot (geen plastic pot) of een zelfgemaakte kist. Leg onderin de pot een of ander doorlatend materiaal (scherven, fijn grind), en daarna een laagje rivierzand (metselzand), vervolgens een laag zaad, daarna een laag zand. De gehele pot kun je zo vullen. Dek de pot af met fijn gaas of een glasplaat zodat muizen, vogels geen kans krijgen om het zaad te verorberen. Daarna spit je de pot op de noordzijde van de tuin in de grond. De rand moet 15 tot 20 cm onder de grond zitten. Dek de pot af met grond en zodra het streng gaat vriezen, moet je de grond beschermen tegen vorst (snoeihout met blad, dennentakken). In maart/april kun je de potten uitgraven en gaan zaaien.

Heb je geen tuin, dan kun je de potten ook in de koelkast bewaren.

Zaaitijd en stratificeertijd
Direct zaaien na de oogst:

  • tamme kastanje (oktober), hazelaar (oktober), wilg (mei/juni)

Zaaien in voorjaar zonder te stratificeren (droog en koel bewaren)

  • berk, larix, moerbei, bergden, fijnspar, grove den

Zaaien in voorjaar met stratificeertijd van 1 à 2 maanden:

  • els, walnoot, den, iep

Zaaien in voorjaar met stratificeertijd van 3 à 4 maanden: 

  • eik, beuk, tamme en wilde kastanje, appel, peer, mispel, pruim, kers, lijsterbes, linde, hazelnoot

Zaaien in voorjaar met stratificeertijd van 6 maanden:

  • jeneverbes, esdoorn, veldesdoorn, krentenboompje, haagbeuk, ligustrum

Zaaien in voorjaar met stratificeertijd van 1 jaar:

  • hulst, kardinaalsmuts, taxus, meidoorn, roos

Zaaien

Zaaien van bomen of struiken kan in de vollegrond maar ook in zaaibakken (bloempotten).

Zaaigrond moet niet te rijk zijn bemest en voor bloembakken kun je het beste zaaipotgrond gebruiken. In tegenstelling tot bloemen- groentezaden worden bomen en struiken wat verder uit elkaar gezaaid, omdat de zaailingen meestal 2 jaar blijven staan.

Zaaidiepte: is 2 x vrucht/zaadgrootte.

Zaai je in bakken, dan worden de zaailingen meestal na enkele maanden verspeend. Zaaibakken kunnen ook in een koude kas staan. Zorg er dan voor dat de planten zijn afgehard, voordat ze buiten worden uitgeplant.

Let op:
  na het zaaien grond aandrukken;
  bescherm zaaibedden tegen muizen- en vogelvraat;
  zorg dat zaaibedden niet uitdrogen;
  soms hebben de gestratificeerde zaden al een kiem, zaai dan zeer voorzichtig.