Ziekten

Echte meeldauw (Microsphaera)

Een schimmelziekte die herkenbaar is aan de wit poederachtig overtrek. De symptomen breiden zich uit op de bladeren, scheuten en bloemen. Gevoelig zijn eik, esdoorn, kardinaalsmuts en appel.

Bestrijding: 

  • aangetaste delen verwijderen;
  • chemisch: met een toegestaan middel.

 

Valse meeldauw (Peronospora)

Een schimmelziekte die je herkent aan het vuilwitte schimmelpluis aan de onderkant van het blad Meestal is aan de bovenkant een geelachtige verkleuring te zien. Gevoelig zijn druif en roos.

Bestrijding:

  • afgevallen blad in de herfst goed opruimen (ook van bomen in de buurt);
  • chemisch: met een toegestaan middel. 

 

Inktvlekkenziekte (Rhytisma acerinum)

Een schimmelziekte met als herkenning zwarte vlekken op de bladeren. Bij beginnende aantasting zijn de vlekken gelig.

Bestrijding:

  • aangetaste plantendelen verwijderen;
  • overwinteringsplaatsen opruimen (blad);
  • chemisch: met een toegestaan middel.

Roest (Melampsora, Gymnosporangium)

Er zijn vele soorten roest zoals berkenroest, jeneverbesroest, lijsterbesroest en lariksroest. Roest is een schimmelziekte die als kenmerk heeft: het afzetten van bruine sporenhoopjes op het blad, het lijken net “roestplekjes”. Gevoelige soorten zijn: wilg, berk, grove den en jeneverbes.

Roest kent soms waardplantwisseling. Een voorbeeld hiervan is de jeneverbesroest, deze ontstaat op bv. een peer en geeft daar bruine sporenvlekjes. De sporen overwinteren op de jeneverbes. Bij jeneverbes ontstaan dan opgezwollen takken en stam.

Bestrijding:

  • aangetaste plantendelen verwijderen;
  • overwinteringsplaatsen opruimen;
  • chemisch: met een toegestaan middel.      

Bacterievuur (Erwinia amylovora):

Bacterievuur is een bacterieaantasting en is herkenbaar aan een snelle verwelking en verdroging van de jonge scheuten en bloemen. De takken sterven daarna af en de ziekte heeft een snelle uitbreiding over de plant. Vooral de roosachtige zijn gevoelig zoals de appel, peer, lijsterbes, meidoorn en mispel.

Bestrijding:

  • aangetaste planten verbranden of zorgvuldig verwijderen zodat de andere bonsais niet worden aangetast.

 

Appelschurft (Venturia inaequalis):

Deze schimmel is herkenbaar doordat aangetaste bladeren  olijfgroene vlekken krijgen, die snel groter en bruinzwart worden en daarna sterven de bladeren af. Op vruchten ontstaan kleine olijfgroene tot grijze aangetaste plaatsen, waarvan het centrum ingedroogd. Later ontstaan littekens op de aangetaste plaats. Gevoelig zijn appel en peer.

Bestrijding:

  • aangetaste plantendelen verwijderen;
  • overwinteringsplaatsen opruimen;
  • chemisch: met een toegestaan middel.

 

Vruchtboomkanker (Nectria galligena):

Deze zwamziekte is een wond- en of zwakteparasiet. De zwam dringt via wonden binnen.  De takken krijgen eerst ingezonken vlekjes, die zich vaak rondom een knop of de voet van een zijtakje bevinden. De bast op die plekjes scheurt spoedig. De kankerplekken kunnen zich snel uitbreiden; vaak gebeurt dit in de lengterichting van de tak, soms echter ontwikkelt de kankerplek zich rondom de tak, welke dan geheel afsterft. Aan de rand ontwikkelt zich callus, dat de wond probeert af te sluiten.

Bestrijding:

  • aangetaste takken zo spoedig mogelijk snoeien;
  • aangetaste plekken in de stam of gesteltakken wegsnijden of frezen, tot op het gezonde hout;
  • de wonden afdekken met wondafdekmiddel.

 

Bladvlekkenziekte (Guignardia aeculis):

Deze schimmel veroorzaakt grote, onregelmatige, bruine vlekken met gele randen op de bladeren. Komt vooral voor bij de paardenkastanje.

Bestrijding:

  • verwijder zorgvuldig het aangetaste en afgevallen blad;
  • verwijder ook het blad van kastanjebomen in de buurt;
  • chemisch: met een toegestaan middel.

 

Iepziekte (Ophiostoma ulmi)

Iepziekte is een schimmelziekte die groeit in de houtvaten van een boom. De boom produceert als reactie thyllen, een gomblaas om de groei van de schimmel te stoppen, maar daardoor raken die vaten ook verstopt. Door de aantasting sterft de boom geheel of gedeeltelijk af. Zeer gevoelig is de iep

Bestrijding:

  • voorkom aantasting(aangetaste bomen zijn niet te genezen);
  • resistente rassen gebruiken.

 

Biologische bestrijding:

Biologische bestrijding is het bestrijden van ziekten en plagen met nuttige organismen (natuurlijke vijanden) en natuurlijke bestrijdingsmiddelen

  1. Introduceer de biologische bestrijders tijdig. Hoe eerder zij worden geïntroduceerd, des te minder materiaal is nodig en des te beter is het bestrijdend effect. Een aantal biologische bestrijders kan preventief worden toegepast.
  2. Volg de gebruiksvoorschriften nauwkeurig op. Zorg voor de juiste manier van toepassen, op het juiste tijdstip van de dag, de juiste tijd van het jaar en op de juiste plaats in het gewas
  3. Let op de kwaliteit van het materiaal.
  4. Betrek het materiaal van een erkende producent, die garant staat voor de kwaliteit en kwantiteit van het materiaal.
  5. Hou de opgegeven bewaartemperatuur aan en let op de uiterste gebruiksdatum van het materiaal.
  6. Leg de kokers met predatoren en parasieten neer (in plaats van ze neer te zetten).
  7. Verdiep u in de levenswijze van de natuurlijke vijanden.
  8. Verbeter de werking van nuttige organismen door in en rond het gewas voorwaarden te creëren waaronder nuttige organismen goed gedijen.
  9. Maak zo mogelijk gebruik van lok-/kweekplanten (Datura, graanpollen, Ricinus). Deze trekken schadelijke insecten aan, terwijl predatoren en parasieten zich op deze planten goed ontwikkelen.
  10. Houd er rekening mee dat er met het snoeien ook nuttige organismen worden afgevoerd. Vul zonodig aan met nieuwe introducties van nuttige organismen.
  11. Natuurlijke bestrijdingsmiddelen zijn natuurlijke stoffen met een bestrijdend, beschermend effect, zoals plantenextracten en mineralen (Spruzit, Savona, zwavel etc.). Hou rekening met hun eventuele schadelijkheid voor nuttige organismen.
 

Chemische bestrijding

Chemische middelen kunnen gevaarlijk zijn voor de gezondheid en vaak worden ook de natuurlijke vijanden bestreden. Bij een chemische bestrijding altijd volgens de gebruiksaanwijzing het middel toepassen. Neem de aangegeven veiligheidmaatregelen in acht.

Tips voor een goede werking:

    1. spuit de gehele bonsai en dus ook de onderkant van de bladeren/naalden;
    2. meestal moet je een bespuiting herhalen (controleer de bonsais na enkele dagen);
    3. spuit op een droog gewas;
    4. zet na een bespuiting de boom op een beschutte plaats;
    5. wissel regelmatig van middel, anders kan er resistentie ontstaan.

Klik hier voor chemische bestrijdingsmiddelen.