Algemene kenmerken zijn
- Familie: Fagaceae
- verspreide bladstand
- bloeitijd mei
- tweeslachtige bloemen
- eenhuizig
- eikels staan in groepen bijeen
Eigenschappen van nature
Quercus robur (zomereik) | Quercus petraea (wintereik) | |
Hoogte | 35 m, kroon wijd vertakt en onregelmatig | 40 m kroon regelmatig vertakt |
Groeiplaats | optimale groei op vochtige, leemhoudende bodem | arme en drogere zandgrond |
Klimaat | heeft veel licht nodig ook in de jeugd | heeft veel licht nodig ook in de jeugd |
Blad | korte bladsteel, gelobd, ongelijk geoord | duidelijk gesteeld (1-2 cm), bladvoet wigvormig, gelobd |
Knop | knoppen stomp en in groepen aan eind van de twijg | knoppen spits, enkele bijelkaar aan top van de twijgen |
Stam | bast in lengte gegroefd | bast in lengte gegroefd |
Gedrag | langzame groei, stoelt makkelijk uit | langzame groei, kan zeer oud worden |
Eik als bonsai
Quercus robur / Quercus petraea
Eiken zij in alle bonsaistijlen te vormen, maar vele stijlen komen niet overeen met de natuurlijke groeivorm. Een eik heeft een rechte stam. Stijlen als rechtopgaand, gebogen zijn wel de stijlen die het best passen bij de natuurlijke vorm.
Zaailingen in het derde jaar (voorjaar) inkorten tot de helft. Eiken reageren zeer goed op snoei. Na snoei zullen de bovenste knoppen goed uitlopen maar de knoppen daaronder minder goed. Kort daarom de sterke bovenste scheuten vrij snel na het uitlopen in en doe dit regelmatig. Ook het verwijderen van de eindknop zal het uitlopen van de onderliggende knoppen sterk bevorderen.
Bijzonderheden:
- eiken hebben veel last van meeldauw
- scheuten/twijgen zijn goed te buigen
- takken kun je beter met een spandraad spannen
- bij oude eiken kun je wel twee keer bladsnoei toepassen
Quercus robur | |
Cultivars en variëteiten | 'Gamma' (sterk afstaande takken) |