Hierbij ontstaan uit een boomstronk nieuwe bomen. Deze bomen zoeken hun weg naar het licht en wijken dus uiteen. Van deze vorm zijn goede voorbeelden te vinden in de natuur. In oude hakhoutwallen of hakhoutbosssen bij kastelen zie je deze vorm in de natuur ontstaan (b.v. eiken, berken, elzen, essen ). Naaldbomen zijn hiervoor niet geschikt omdat naaldbomen niet of nauwelijks nieuwe takken maken op de oude stronk