Malus (appel)

Algemene kenmerken zijn

  • Familie: Rosaceae
  • bloem wit, tweeslachtig
  • bloeitijd april/mei
  • tot 3 cm grote appeltjes

Eigenschappen van nature

 Malus sylvestris (wilde appel)
Hoogteklein boompje 6 -8 m of veelstammige struik
Groeiplaatsvan nature in bosranden, is zeer zeldzaam, meestal zaailingen van cultuurrassen
Klimaatverdraagt lichte schaduw
Bladverspreid op langloten, bij elkaar staand op kortloten bladrand fijn gezaagd
Knopaanliggend, stomp en verspreid staand
Stamkronkelig, afbladderend, toppen van de zijtakken gedoornd
Gedragzeer langzame groei, verdraagt snoeien goed

 

Wilde appel als bonsai

Malus sylvestris

Appelbomen worden veel uit Japan geïmporteerd. Deze hebben altijd een zeer dikke korte kronkelige stam Hierop staan dan de korte bloeiende en vruchtdragende takken (kort loten). Deze vormt lijkt niet veel op de inheems groeiende appelboom. Rechtopgaande, mayogi en bezemstijl zijn goede stijlen voor het vormen van een appel.

Bijzonderheden:

  • voor een goede vruchtzetting is kruisbestuiving aan te raden
  • appelbomen zijn nogal gevoelig voor diverse ziekten en plagen
  • te veel vruchten geeft een vertraging van de groei
  • scheuten/twijgen zijn goed te bedraden en te buigen
  • takken kun je beter met een spandraad spannen