Algemene kenmerken zijn
- Familie: Ulmaceae
- bloeitijd maart/april voordat ze in blad komen
- vleugelvrucht (z.g. iependubbeltjes)
- gele herfstkleur
Eigenschappen van nature
Ulmus minor (veldiep) | |
Hoogte | 25- 30 meter |
Groeiplaats | vochtige, voedselrijke klei- of lemige zandgronden. Niet op zware kleigronden |
Klimaat | verdraagt lichte schaduw |
Blad | dubbel gezaagd, asymetrisch |
Knop | afwisselend, bruin en spit, bloemknop bol |
Stam | glad en grijs, soms kurklijsten op twijge en jonge takken |
Gedrag | snelle groeier, verdraagt snoeien goed |
Iep als bonsai
Sorbus aucuparia
Van de klassieke bonsaistijlen is de bezemvorm de stijl die het dichtst de natuurlijke vorm benadert. Andere stijlen zijn ook goed mogelijk.
Een zaailing wordt pas vanaf het derde jaar gesnoeid op 25 cm. De knoppen zullen uitlopen en kun je zodra de scheuten 20 cm zijn voor de tweede keer snoeien. Door regelmatige snoei ontstaat er een fije vertakking.
Bijzonderheden:
- door de eerste groei langer te laten worden zal er een betere diktegroei van de stam worden verkregen
- na augustus de uitgroei nijpen
- de iep maakt makkelijk stamopslag (waterlot) dit kan soms gebruikt worden voor de opbouw of vervanging van niet
- snoeiwonden met zorg behandelen i.v.m. ziekten