Loofstruiken

Loofstruiken zijn struiken met ‘loof’ (bladeren). De hoogte varieert van 1 - 10 m en ze hebben meerdere stammen die ontstaan in of vlak boven de grond. 

De meeste loofstruiken verliezen In gematigde klimaatzones in de herfst hun bladeren  en overwinteren als kale struik. Door het verlies van de bladeren wordt de verdamping sterk beperkt, wat vooral belangrijk is als de bodem bevroren of droog is en de boom daardoor beperkt of helemaal geen water kan opnemen.